Biomassa

Principe
Bio-energie voor collectieve verwarming is het verbranden van vaste of gasvormige biomassa om water te verwarmen, dat gebouwen via een groot of klein warmtenet verwarmt. De brandstof kan bestaan uit houtsnippers, houtpellets gemaakt van tak- en tophout, schoon afvalhout en biogas uit gft-afval- of mestvergisting. De verbranding van biomassa levert dezelfde warmwatertemperatuur als een cv-ketel, zodat er in de gebouwen geen aanpassing nodig is van de radiatoren. Wel moet er een warmtenet zijn om de warmte te vervoeren en moeten de gebouwen daarop worden aangesloten.

Bio-energie kan water met een hoge temperatuur leveren (90 °C of hoger). Hierdoor kunnen ook bestaande hoge temperatuur warmtenetten worden aangesloten, eventueel voordat alle gebouwen al geïsoleerd zijn. Ook wordt dankzij de hoge temperatuur voldaan aan veiligheidseisen (denk aan de legionellabacterie) voor warm tapwater.

Bioketels worden ook gezien als ‘transitiebrandstof’, omdat ze nu de aanleg van nieuwe warmtenetten voor latere zonne- en aardwarmte mogelijk maken en dan als piekwarmtebron kunnen blijven fungeren. Ten slotte is er een nieuwe ontwikkeling waarbij de hoge temperatuur warmte van een bioketel eerst wordt benut in bestaande gebouwen en daarna als lage temperatuur warmte naar – goed geïsoleerde – nieuwbouw stroomt.

Ook al voldoet een bioketel aan de Nederlandse emissienormen, toch is een gebouwgebonden bioketel op vaste biomassa niet altijd gewenst in dichtbebouwde omgeving en/of in een gebouwde omgeving met een kritische luchtkwaliteit. Rookgasreiniging die verder gaat dan wettelijk verplicht, biedt hier wel mogelijkheden.

Temperatuur
De restwarmte heeft een temperatuur van circa 90 °C.

Beschikbaarheid
De beschikbaarheid van bruikbare biomassa is beperkt.

Minimale schaalgrootte
Om een biomassa ketel met een warmtenet technisch/economisch te ontwikkelen zijn circa 1.000 woningequivalenten nodig.

Ontwikkelkansen binnen 5 jaar
De ontwikkelkansen zijn klein. Het maatschappelijk draagvlak is een kritiek punt.

Ontwikkelkansen over meer dan 5 jaar
De ontwikkelkansen zijn klein. Het maatschappelijk draagvlak is een kritiek punt.

Flexibiliteit in de bedrijfsvoering
Biomassaketel is redelijk regelbaar qua afstemming van de productiecapaciteit en vraag. Een warmtebuffer is veelal nodig voor het opvangen van de dag/nacht capaciteitsverschillen.

Duurzaamheid
Biomassa wordt geclassificeerd als duurzame energie volgens de huidige regelgeving. De herkomst, de cycliciteit en de lokale emissies maakt de duurzaamheid omstreden. Ondanks CO2-uitstoot bij productie en transport van houtige biomassa, zelfs van overzee, is de totale CO2-emissie op zijn minst 70% lager dan bij verbranding van fossiele bronnen. Energieopwekking uit vaste- en gasvormige biomassa zorgt daarmee voor een fors lagere CO2-uitstoot dan energieopwekking uit fossiele bronnen. Bij de verbranding van biomassa komt CO2 vrij, maar dat is CO2 die recent is vastgelegd in de biomassa en dus kortgeleden uit de lucht is gehaald. Dit wordt kortcyclisch genoemd, in tegenstelling tot CO2 die in een ver verleden is vastgelegd in fossiele bronnen. De CO2 uit biomassa wordt door de EU dan ook als CO2-neutraal gezien.

De bioketels moeten voldoen aan strenge eisen voor de uitstoot van fijnstof en stikstof. Er kunnen heldere afspraken gemaakt worden over de duurzaamheid van de te gebruiken biomassa.

Ruimtebeslag
Er is een bovengrondse ruimte nodig voor de warmtecentrale.

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws van Innoforte? Meldt u hier aan voor de nieuwsbrief. Graag informeren we u over die onderwerpen waar uw belangstelling naar uitgaat. Wij vragen u daarom uw voorkeuren aan te geven door middel van een vinkje bij de geselecteerde onderwerpen.

Innoforte

Van Heemstraweg 56d
6651 KH, DRUTEN