Restwarmte

Principe
Restwarmte is warmte die vrijkomt bij een industrieel productieproces en daarbij niet meer economisch rendabel te gebruiken is. Zonder aansluiting op een warmtenet wordt deze hoeveelheid warmte geloosd. Vooral de grote industrie beschikt vaak over grote hoeveelheden restwarmte met een aantrekkelijk temperatuurniveau en een hoge beschikbaarheid, die daardoor mogelijk bruikbaar is voor het verwarmen van kassen, gebouwen en tapwater. Om de restwarmte op een goed bruikbare temperatuur uit het proces van de industrie te halen, zijn er bij de industrie vaak aanpassingen nodig.

Temperatuur, beschikbaarheid en de afstand tot een (bestaand) warmtenet of tot de warmtevragers zijn belangrijke factoren voor de haalbaarheid van een restwarmteproject. Een bedrijf dat restwarmte heeft zal investeringen moeten doen om de restwarmte beschikbaar te krijgen en zal daarvoor een vergoeding willen hebben. Het bedrijf dat de restwarmte levert wil vaak geen verdere investeringen doen in een warmtenet of in reservecapaciteit. Dat is meestal de rol van een warmteleverancier. Die zorgt voor het warmtenet en betrouwbare levering aan de afnemers. De warmteleverancier zal willen weten hoelang een bron beschikbaar is voordat hij een grote investering gaat doen. De overheid is van plan in Warmtewet 2 eisen op te nemen over het beschikbaar maken van restwarmte.

Restwarmte met een temperatuur van circa 40 °C kan afkomstig zijn uit verschillende bronnen zoals bijvoorbeeld datacenters en fabrieken. Deze restwarmte zit veelal in koelwater en wordt via koeltorens afgekoeld om weer te kunnen gebruiken in het proces. Deze warmte kan gebruikt worden als bronwarmte voor een warmtepomp. De beschikbaarheid van de warmte is afhankelijk van de productietijden en -capaciteit van de bedrijfsprocessen. Een gasketel zorgt voor de warmtelevering buiten de productietijden (afstemmen van warmtevraag en restwarmte aanbod).

Restwarmte met een temperatuur van circa 25 °C kan afkomstig zijn uit verschillende bronnen zoals bijvoorbeeld koeling van supermarkten, datacenters en fabrieken. Deze warmte kan gebruikt worden als bronwarmte voor een warmtepomp. De beschikbaarheid van de warmte is afhankelijk van de productietijden en -capaciteit van de bedrijfsprocessen. Een gasketel zorgt voor de warmtelevering buiten de productietijden (afstemmen van warmtevraag en restwarmte aanbod).

Temperatuur
De temperatuur van de restwarmte is circa 70 °C, circa 40 °C of circa 25 °C

Potentieel / beschikbaarheid
Restwarmte van minimaal 70 °C uit een industrieel proces is in het algemeen maar beperkt beschikbaar, maar lokaal kunnen er wel kansen zijn. Het is daarbij belangrijk dat de desbetreffende industrie nagaat in hoeverre de restwarmte ook op langere termijn beschikbaar is. Hergebruik van warmte binnen het productieproces geniet de voorkeur.

Hoe lager de temperatuur, hoe meer restwarmte (duurzaam) beschikbaar is.

Supermarkten en bakkerijen zijn potentiële restwarmtebronnen. De capaciteit, temperatuur en hoeveelheid van deze restwarmtebronnen is uiteraard lokaal bepaald.

Minimale schaalgrootte
Om een restwarmte bron met een warmtenet technisch/economisch te ontwikkelen zijn circa 500 woningequivalenten nodig.

Ontwikkelkansen binnen 5 jaar
Het ontwikkelproces voor het uitkoppelen van restwarmte met een warmtenet is minimaal 5 jaar.

Ontwikkelkansen over meer dan 5 jaar
De verwachting is dat in de toekomst minder restwarmte beschikbaar zal zijn.

Flexibiliteit in de bedrijfsvoering
De hoeveelheid restwarmte is afhankelijk van productietijden en productiecapaciteiten. De industrie wil/kan veelal geen langdurige garanties geven voor de levering van warmte die voor de ontwikkeling van een warmtenet en de klanten (contracten periode van 30 jaar) wel nodig zijn.

Duurzaamheid
Restwarmte is CO2-vrij, die gebruikt immers geen extra energie, er wordt aardgas bespaard. De hoeveelheid benodigde pompenergie is zeer beperkt. De inzet van een warmtepomp, om de temperatuur van de beschikbare restwarmte te verhogen, levert wel CO2-uitstoot: die van de elektriciteit waarmee de warmtepomp wordt aangedreven. Naar 2050 wordt die uitstoot ook nul, omdat in het klimaatakkoord afgesproken is dat de elektriciteit in 2050 volledig CO2-vrij is.

De levering van restwarmte vermindert de lozing van warmte op het oppervlaktewater of in de lucht. Verder zullen bij de afnemers van restwarmte meestal behalve CO2 ook andere emissies afnemen omdat hun aardgasverbruik afneemt. Restwarmte komt meestal uit fabrieken die fossiele brandstoffen gebruiken, maar de restwarmte zelf is CO2-vrij. Fabrieken zullen door het klimaatbeleid voor de industrie ook verder moeten verduurzamen. Restwarmtebenutting zal daarom niet leiden tot een fossiele lock-in situatie waarin je afhankelijk blijft van fossiele brandstoffen.

Het maatschappelijke draagvlak voor gebruik van restwarmte van de industrie is afhankelijk van het productieproces.

Ruimtebeslag
Er is een bovengrondse ruimte nodig voor de warmtecentrale.

  Naar boven

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws van Innoforte? Meldt u hier aan voor de nieuwsbrief. Graag informeren we u over die onderwerpen waar uw belangstelling naar uitgaat. Wij vragen u daarom uw voorkeuren aan te geven door middel van een vinkje bij de geselecteerde onderwerpen.

Innoforte

Van Heemstraweg 56d
6651 KH, DRUTEN