BENG en warmtenet

De relatie tussen de 3 BENG indicatoren en een warmtenet

De duurzaamheid van een warmtenet

Voor projectontwikkelaars, gemeenten en woningeigenaren is de duurzaamheid van een warmtenet een belangrijk onderwerp. Het klimaat op aarde verandert en de gevolgen daarvan zijn voor de mens merkbaar. De aarde warmt langzaam op. Om dit een halt toe te roepen zijn in het Klimaatakkoord afspraken gemaakt om de opwarming te remmen en eventueel te niet te doen. Daartoe zal de CO2-emissie de komende jaren drastisch moeten verminderen. Duurzaamheid is cruciaal voor het behalen van de doelen en voor de toekomst van onze planeet. We moeten onze gebouwen gaan verwarmen met behulp van duurzame bronnen.

De duurzaamheid van een warmtenet is sterk afhankelijk van het aandeel van een duurzame warmtebron in de totale warmtelevering. Bij het bepalen van de duurzaamheid van het warmtenet spelen drie factoren een belangrijke rol: de hoeveelheid benodigde fossiele energie (aardgas, olie, grijze stroom, e.d.), de bijdrage uit hernieuwbare bronnen (bijvoorbeeld restwarmte of warmte uit zon, water, bodem of lucht) en de milieueffecten (CO2-emissie). Deze vormen de drie energieprestatiefactoren van een warmtenet. Deze waarden worden vastgelegd in een zogenaamde EMG-verklaring. Bureau CRG publiceert deze verklaringen op haar website, zie www.bcrg.nl.

Energieprestatiefactoren van een warmtenet

Een EMG verklaring wordt opgesteld volgens de NTA 8800 bijlage P. In het Bouwbesluit dat wordt gehanteerd voor nieuwe gebouwen en voor renovaties zijn de energie eisen (BENG) weergegeven en wordt verwezen naar de laatste versie van de NTA 8800. In januari 2023 is de nieuwste versie van de NTA 8800 gepubliceerd. Deze is kosteloos te downloaden vanaf de website van NEN.

Een EMG verklaring is een officiële verklaring waarin de energiezuinigheid en de duurzaamheid van een warmtenet wordt vastgesteld. Het gaat hierbij om de volgende 3 energieprestatiefactoren:

  • fPdel: de primaire fossiele energiefactor. Deze factor wordt berekend door de totale hoeveelheid primaire (fossiele energie) voor het warmtenet te delen door de hoeveelheid geleverde warmte. Hoe lager de fPdel, hoe minder fossiele energie gebruikt wordt, hoe energiezuiniger het warmtenet is;
  • fPren: de primaire hernieuwbare energiefactor. Deze wordt berekend door de hoeveelheid hernieuwbare energie die wordt ingezet voor de productie van de warmte voor het warmtenet te delen door de totale hoeveelheid verbruikte energie (fossiel plus hernieuwbaar). Hoe hoger de fPren, hoe meer hernieuwbare energie en hoe duurzamer het warmtenet.
  • KCO2: de specifieke CO2-emissie per geleverde hoeveelheid warmte.

Een duurzaam warmtenet

  • Hoe lager de fP;del, hoe minder fossiele energie gebruikt wordt, hoe duurzamer het warmtenet.
  • Hoe hoger de fP;ren, hoe meer hernieuwbare energie beschikbaar, hoe duurzamer het warmtenet.
  • Hoe lager KCO2, hoe minder fossiele energie gebruikt wordt, hoe minder CO2-uitstoot, hoe duurzamer het warmtenet.

Voorheen EOR

Voorheen werd de energiezuinigheid van een warmtenet in een EPC-berekening (via de berekeningsmethode uit de NEN 7125) bepaald. De duurzaamheid werd aangegeven met de EOR-waarde, het Equivalant Opwekkings Rendement van het warmtenet. Hoe hoger de EOR is, hoe hoger de energiezuinigheid. Deze factor geeft de verhouding weer tussen de geleverde warmte versus de inzet van fossiele brandstoffen. De nieuwe energieprestatiefactor fP;del is hiermee te vergelijken:

  • fP;del = 1/EOR.
    Hoe lager fP;del, hoe hoger de EOR-waarde is, hoe duurzamer het warmtenet.

Relatie met BENG

Voor alle nieuwbouw, zowel woningen als utiliteitsbouw, geldt dat de vergunningaanvragen vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de BENG-eisen (Bijna Energie Neutrale Gebouwen). Die eisen vloeien voort uit het Energieakkoord voor duurzame groei en uit de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). Om de nieuwe energieprestaties volgens de BENG-eisen te kunnen berekenen is er een nieuwe bepalingsmethode ontwikkeld: de NTA. De rekenmethode is niet alleen toepasbaar voor nieuwbouw, maar ook voor bestaande gebouwen en zowel voor woning- als utiliteitsbouw. De energieprestatie bij BENG wordt bepaald aan de hand van 3 individueel te behalen eisen, ook wel BENG-indicatoren genoemd.

In onderstaande afbeelding is de relatie tussen de BENG en de energieprestatie indicatoren fP;ren en fPdel weergegeven

 

BENG 1: De energiebehoefte

De energiebehoefte is de som van de hoeveelheid energie die een gebouw nodig heeft voor verwarming en koeling, uitgedrukt in ‘thermische’ kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar. De BENG 1 indicator gaat over het beperken van de energievraag van het gebouw zelf. De energiebehoefte wordt ook wel de ‘schil indicator’ genoemd. Deze waarde wordt berekend met een standaard ventilatiesysteem. Toepassing van een ventilatiesysteem met warmteterugwinning, de warmte- en koude-opwekkers en eventueel toegepaste PV-panelen hebben geen invloed op de energiebehoefte volgens BENG 1. Bij de energiebehoefte zijn vooral isolatie, infiltratie, oriëntatie, gebouwvorm, glaspercentage, thermische massa en zonwering van belang. BENG 1 gaat over al deze factoren. Er is geen relatie tussen BENG 1 en warmtenetten.

Op basis van de BENG 1 eis moeten gebouwen dus worden ontworpen met een lage energiebehoefte. Hiervoor past men in het ontwerp de schil van het gebouw aan. Nieuwbouw vraagt om een geringe hoeveelheid energie voor een duurzame warmtevoorziening om comfortabel te wonen en te werken.

BENG 2: Het primair fossiel energiegebruik

Het primair fossiel energiegebruik is een optelsom van de hoeveelheid fossiele brandstof voor verwarming, koeling, warmtapwaterbereiding en ventilatoren. Voor utiliteitsgebouwen telt ook het primair energiegebruik voor verlichting en voor bevochtiging (indien aanwezig) mee. Het primair fossiel energiegebruik is het totale primaire energieverbruik, direct of indirect, minus de hoeveelheid hernieuwbare energie opgewekt, aan of nabij het gebouw. Voor zowel woningen als utiliteitsgebouwen geldt dat, als er PV-panelen of andere hernieuwbare energiebronnen aanwezig zijn, de opgewekte energie van het primair energiegebruik wordt afgetrokken.

De bouwer dient in het ontwerp rekening te houden met het energiegebruik van een gebouw. De juiste keuze van duurzame oplossingen voor verwarming, koeling, warmtapwater en ventilatie beperkt het gebruik van fossiele energie. Deze combinatie zorgt opnieuw voor comfort voor de gebruiker tegen een laag verbruik van fossiele energie. Dit komt de duurzaamheid ten goede. Hiervoor wordt gebruikt de fP;del uit de EMG-verklaring gebruikt.

BENG 3: Aandeel hernieuwbare energie

Het aandeel hernieuwbare energie wordt bepaald door de hoeveelheid hernieuwbare energie te delen door de som van de hernieuwbare energie en het primair fossiel energiegebruik. Hernieuwbare energie is afkomstig uit zon, biomassa, restwarmte, buitenlucht, oppervlaktewater en bodem. Inzet van deze warmtebronnen vergroten het aandeel hernieuwbare energie.

De ontwerper kiest voor aansluiting op duurzame, hernieuwbare energiebronnen voor de warmtelevering aan de nieuwbouw. Een aansluiting op een warmtenet met één of meerdere hernieuwbare energiebronnen is hiervoor een optie en levert een positieve bijdrage aan de duurzaamheid. Hiervoor wordt gebruikt de fP;ren uit de EMG-verklaring gebruikt.

Resumé: relatie energieprestatiefactoren en BENG

  • BENG 2 heeft betrekking op de hoeveelheid primaire fossiele energie die de woning gebruikt voor gebouwgebonden functies. Bij aansluiting op een warmtenet is de hoeveelheid primaire fossiele energie van belang die nodig is voor de warmtebronnen en de hulpenergie. Deze wordt berekend door de hoeveelheid afgenomen warmte te vermenigvuldigen met de primaire energiefactor (fP;del) van het betreffende warmtenet.
  • BENG 3 wordt berekend door de hoeveelheid hernieuwbare energie te delen door de totale hoeveelheid energie die een woning gebruikt voor gebouwgebonden functies. Hierbij gaat het om twee componenten: elektriciteit en warmte. Hernieuwbare elektriciteit wordt bijvoorbeeld geleverd door PV. Hernieuwbare warmte kan worden geleverd door een warmtepomp. Ook bij aansluiting op een warmtenet komt daar idealiter een hoeveelheid hernieuwbare warmte bij. Die wordt berekend door de totale hoeveelheid warmte te vermenigvuldigen met fP;ren.
  Naar boven

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws van Innoforte? Meldt u hier aan voor de nieuwsbrief. Graag informeren we u over die onderwerpen waar uw belangstelling naar uitgaat. Wij vragen u daarom uw voorkeuren aan te geven door middel van een vinkje bij de geselecteerde onderwerpen.

Innoforte

Van Heemstraweg 56d
6651 KH, DRUTEN