Exploitatievorm
Exploitatievormen: Duurzaam en rendabel.
Warmtenetten naar de aard een publieke functie (vervullen eerste levensbehoefte en er is geen vrije marktwerking, geen vrije keuze). Ontwerp Warmtewet 2.0 minimaal 20 maximaal 30 jaar. Warmtewet regelt kwaliteit (warmte en service), prijzen, duurzaamheid.
Warmtenetten vervullen een publieke nutsfunctie. Het verwarmen van woningen is immers een eerste levensbehoefte. De betaalbaarheid en de duurzaamheid van de warmte zijn van maatschappelijk belang. Naar de aard van een warmtebedrijf is het vrijwel onmogelijk om van warmtebedrijf te switchen. Dat was lange tijd geen probleem toen alle energiebedrijven in publieke handen waren. Nadat veel warmtebedrijven als onderdeel van de oude nutsbedrijven in commerciële handen waren gekomen werd in 2014 de warmtewet van kracht om de consument te beschermen. De warmtewet was vooral bedoeld om de consument als gebonden afnemer te beschermen tegen te hoge tarieven en te slechte service.
De nieuwe “Wet collectieve warmtevoorziening”, ook wel Warmtewet 2.0 genoemd regelt ook de duurzaamheid van de warmte. Daarnaast stelt de nieuwe wet meer eisen aan de kwaliteit en continuïteit in ruime zin en de te bieden transparantie door een warmtebedrijf. Daarnaast gaat deze wet uit van kostprijsreflecterende tarieven en regelt het de vorming van zogenaamde warmtekavels als onderdeel van een aanbesteding (“aanwijzing” ) van een warmtebedrijf voor een periode van 20 tot 30 jaar. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2022.
De nieuwe wet geeft ruimte aan commerciële warmtebedrijven en aan publieke warmtebedrijven. Dit noemen we exploitatievormen.
Het eenvoudigst en daardoor wellicht het meest voor de hand liggend is de keuze voor een commercieel warmtebedrijf. De Warmtewet 2.0 is ingericht om de maatschappelijke belangen van commerciële warmtebedrijven te borgen.
Overheden kunnen ook besluiten om zelf een warmtebedrijf op te richten. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een gemeentelijk warmtebedrijf of een regionaal warmtebedrijf voor meerdere gemeenten. Een doelstelling kan zijn dat op deze wijze er meer grip is op de ontwikkeling van het warmtebedrijf op lange termijn. Ook de grotere acceptatie van een gemeentelijk warmtebedrijf door de afnemers kan een rol spelen bij de keuze.
De keuze voor de exploitatievorm is verstrekkend en vergt daarom veel aandacht. Een warmtebedrijf runnen vergt veel kennis: technisch, economisch en organisatorisch. Ook het voldoen aan de complexe regelgeving is specialistenwerk. Een zekere schaalgrootte is daarom gewenst, maar deze kan ook worden bereikt door onderlinge samenwerking tussen warmtebedrijven of samenwerking met gespecialiseerde dienstverleners.
Innoforte ondersteunt de besluitvormig omtrent de exploitatievorm. Wij dragen aan wat er allemaal nodig is voor een warmtebedrijf in de fasen ontwikkeling, realisatie en exploitatie. Wij kunnen aangeven welke rollen en taken in elke fase van belang zijn, welke risico’s er daarbij kunnen optreden en welke beheersmaatregelen nodig zijn. Daarnaast concretiseren wij de ideeën voor de opzet van een warmtenet met systeemkeuzen, bronnen, infrastructuur, groeiscenario’s en businesscases.